Philips LED Lichtlijnsysteem Blind Afdekking Coreline LL217X | 1700mm - 7-polig

De techniek geeft de werkingsbasis van een lichtbron aan. Het meest bekende en energiezuinige voorbeeld hiervan is LED. Andere technieken zijn onder andere halogeen, gasontlading, TL (fluorescerend) en de gloeilamp.

Verlichting met een netspanning van 220-240 Volt kun je direct en zonder problemen op het stroomnetwerk aansluiten. Verlichting met een andere netspanning, bijvoorbeeld 12 Volt of 24 Volt, heeft een accessoire nodig: een (elektronische) transformator bij (LED) lampen of een LED driver bij LED armaturen. Let op! Een driver kan in het armatuur zijn ingebouwd.

Wanneer je verlichting dimt, verbruikt een lamp / armatuur minder vermogen vanwege de lagere lichtsterkte. Met dimmen creëer je dus niet alleen een gezellige sfeer, maar bespaar je ook op jouw energiekosten. Het dimmen van LED kan op meerdere manieren: - Het gebruik van een (LED) dimmer achter jouw lichtschakelaar of een LED snoerdimmer. - Met een lichtmanagementsysteem (DALI etc.); hiermee kun je een groep armaturen tegelijk dimmen. - Het gebruik van een smart platform (Zigbee, Tuya etc.). Indien er sprake is van een lichtmanagementsysteem of een benodigd platform, dan vermelden wij dit altijd in de specificaties.

De IP waarde geeft de mate van bescherming aan tegen het binnendringen van vocht en stof. Het 1e cijfer (0 = niet beschermd t/m 6 = volledig stofdicht) geeft de bescherming tegen stof weer. Het 2e cijfer (0 = niet beschermd t/m 8 = beschermd tegen onderdompeling) geeft de bescherming tegen water weer. Producten met een IP44 waarde zijn spatwaterdicht en producten met een IP65 waarde of hoger zijn (volledig) stof- en waterdicht.

Waar de lengte van een lichtbron voor staat, is afhankelijk van het type lamp. Bij (LED) TL buizen spreek je letterlijk van de lengte van de buis. De lengte bij een (LED) spot of lamp wijst op de diameter van het breedste stuk van de lichtbron. Dat is vooral goed om te weten indien je te maken hebt met een smal armatuur.

Verlichting met een sensor brandt enkel wanneer deze een bepaald signaal krijgt. Dit zorgt voor minder energiekosten. De (ingebouwde) sensoren reageren op duisternis (schemerschakelaar) en/of op beweging (bewegingssensor).